Hoe je moeiteloos je productiviteit saboteert

25-03-2025

Het is maandagochtend. Ik open mijn laptop en zie één taak op mijn lijst: 'Verslag afmaken.' Ik weet dat het moet gebeuren. Maar eerst check ik mijn mail. Scroll door LinkedIn. Lees het nieuws. Koffie. Dan bedenk ik me dat ik nog moet reageren op een verzoek. Tegen de tijd dat ik eindelijk mijn document open, voel ik me al moe. 'Morgen begin ik echt'. Ik weet dat ik mezelf voor de gek hou. Maar waarom voelt beginnen zwaarder dan de taak zelf?

Vaak wordt uitstelgedrag verward met luiheid. Maar iemand die lui is, heeft geen innerlijke strijd. Iemand die uitstelt wél. Die weet wat ze moet doen en voelt de druk van wat ze nalaat. En toch… blijft ze hangen in afleiding, excuses, andere bezigheden.

Dat komt omdat uitstelgedrag geen kwestie is van discipline, maar van psychologie. Ons brein vecht met zichzelf. Het rationele deel begrijpt deadlines, consequenties, lange termijn. Maar het emotionele deel leeft in het nu en wil ongemak vermijden. En dat laatste wint vaak. Niet omdat we zwak of ongemotiveerd zijn, maar omdat dit deel ouder, sneller en krachtiger is.

Uitstellen gaat zelden om 'geen zin hebben'. Er zit bijna altijd een emotie onder.

Soms is het angst. Zolang ik niet begin, kan ik blijven geloven dat ik 'in potentie' een goed verslag kan schrijven. Zodra ik begin, loop ik het risico dat het tegenvalt. Of erger: dat het goed gaat, en er daarna nog meer verwachtingen komen.

Soms is het perfectionisme. Hoe hoger de lat, hoe zwaarder de eerste stap. Ik wacht op het perfecte moment, de perfecte inspiratie. Maar dat moment komt nooit.

Soms voelt een taak te groot. Mijn brein houdt van duidelijkheid. Als het niet weet waar te beginnen, kiest het liever iets overzichtelijks. Mail wegwerken. Even scrollen. Nog een kop koffie.

Soms is het gewoon een gebrek aan verbinding. Mijn verslag moet af, maar voelt het ook zinvol? Of doe ik het vooral om iemand anders tevreden te stellen? Taken zonder betekenis voelen als lood en worden het makkelijkst vooruitgeschoven.

Motivatie wordt makkelijker als iets past bij wie je wilt zijn. Mensen die zichzelf zien als sportief, hoeven zich minder te motiveren om te sporten. Voor een schrijver voelt schrijven niet als werk, maar als iets wat bij hem hoort. Dit heeft te maken met hoe we onszelf zien: als een taak aansluit bij dat beeld, ervaren we minder weerstand.

Dit betekent niet dat je nooit meer iets zult uitstellen. Maar als je structureel weerstand voelt, is het misschien interessant om jezelf af te vragen: 'Sluit dit aan bij wie ik wil zijn? En zo niet, kan ik er een betekenisvolle link mee maken?'

Mijn verslag voelt misschien als een last, maar als ik mezelf herinner waarom ik deze studie ben begonnen – omdat ik groei belangrijk vind – kan dat net de energie geven om wél te beginnen.

Uitstelgedrag is dus niet alleen een gevecht tegen ongemak, maar soms ook een signaal dat we nog niet helder hebben waarom iets écht belangrijk voor ons is.

En als jij merkt dat je blijft uitstellen? Zie het niet als falen, maar als een signaal. Wat houdt je tegen? Waar zit de weerstand? En belangrijker nog: hoe kun je die ombuigen naar iets dat je wél in beweging brengt?

Persoonlijk leiderschap begint bij begrijpen waarom je doet wat je doet—en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Dus stel jezelf vandaag die vraag. Niet morgen. Vandaag.