Zwijgen is een dure hobby
Zwijgen is een dure hobby
Wat doe jij als je totaal genegeerd wordt? Word je boos? Ga je stennis lopen trappen? Of in een hoekje zitten huilen? Wat dacht je? Wat deed het met je?
Ik verbaasde me, voelde machteloosheid en irritatie. Tot gisteren een mailtje in mijn mailbox landde. We gaan opnieuw! Ik recht mijn rug en meld me aan. De rode lijn, take 2, 15 juni, Den Haag. Ik weet best dat mijn wel of niet aanwezig zijn geen grote impact heeft. Maar mijn interne rechter oordeelt harder. Zwijgen voelt als instemmen. En dat is iets waar ik niet meer aan voorbij kan. Daarom ga ik opnieuw de straat op. Omdat de grens van mijn geweten inmiddels dichterbij ligt dan mijn behoefte aan comfort. En nee, deze blog gaat niet alleen over Gaza. Of over politiek. Het gaat over kiezen om je wel of niet uit te spreken. Over de keuze stil te blijven. En wat dat op den duur met je doet.
Zwijgen doen we niet alleen bij grote wereldproblemen. We doen het ook thuis, op het werk, in gesprekken met vrienden of familie. Als iemand een opmerking maakt die steekt, en je besluit het maar te laten gaan. Als je leidinggevende of een collega weer iets over de schutting mikt en je accepteert dat het jou wordt gedumpt. Als je voelt dat iemand over je grens heen gaat, maar je het wegwuift om niet moeilijk te doen en de sfeer te verpesten.
We zwijgen vaak uit een mix van voorzichtigheid, twijfel en zelfbescherming. Omdat we het conflict willen vermijden, bang zijn voor oordelen of afwijzing. Want wat als het niet klopt wat je zegt? Of het wordt niet goed ontvangen? Wat als je te fel bent, of iemand beledigt? Mensen je niet meer aardig/slim/leuk/whatever vinden? Dan maar zwijgen. Niet met je kop boven het maaiveld. Dat is tenminste veilig. Althans, zo lijkt het. Maar ondertussen pleeg je roofbouw op jezelf. De spanning bouwt op en vermoeidheid neemt toe. Je voelt een afstand tussen wie je bent, wat je vindt en hoe je doet. En dat knagende gevoel: ben ik nog wel trouw aan wat ik echt belangrijk vind? De rekening van dat zwijgen zie je vaak pas later. Als de mensen om je heen eraan gewend zijn geraakt dat jij zo flexibel bent. Je makkelijk aanpast. Altijd aan anderen denkt. Gevolg? Je raakt jezelf kwijt. Je wordt moe van het aanpassen, inslikken en weglachen. En naast moe soms ook cynisch en een beetje zuur.
We hebben het vaak over grenzen stellen alsof het een zwart-wit verhaal is. Je doet het, of je doet het niet. En precies daar gaat het soms mis, want er zijn verschillende soorten grenzen. Iedereen weet dat grenzenloos zijn onhandig is. Je loopt jezelf gillend voorbij, raakt uitgeput, en in de excessen wordt het ronduit destructief. Altijd ja zeggen, jezelf compleet wegcijferen, maar ook de grenzen aan je eigen gedrag zoals excessief drinken, eten, binge watchen enz. Te harde grenzen werken ook niet zo lekker. De my-way-or-the-highway-variant. Je schermt jezelf af en zet de boel op slot. Ondertussen loop je het risico dat je mensen van je vervreemdt en jezelf isoleert. Voor je het weet heb je het predikaat hufter opgeplakt gekregen, terwijl je eigenlijk gewoon moe of gekwetst was. En dan zijn er nog de onduidelijke grenzen. Vage, impliciete, inconsequente, onuitgesproken-maar-wél-verwachte grenzen. Je zendt signalen uit, maar niemand weet wat je bedoelt. Alsof mensen je gedachten moeten kunnen lezen.
Gelukkig zijn er ook de gezonde grenzen. Ik omschrijf die vaak als een vorm van ‘tough love’. Niet hard, niet vaag, maar helder. Grenzen die zijn bedoeld om de relatie goed te houden. Respectvol naar jezelf én naar de ander. Omdat echte verbinding pas mogelijk is als je ook echt laat zien waar jij begint en ophoudt. Wat voor grenzen stel jij eigenlijk? En wat levert dat op? Word je gehoord (echt gehoord) of pas als je op volume standje 10 je punt probeert te maken? Draagt de manier waarop jij je grenzen communiceert bij aan wat je hoopt te bereiken? Of ben je vooral bezig schade te beperken?
Een grens is geen muur, maar een uitnodiging tot duidelijkheid. Een manier om ruimte te houden voor jezelf én voor de ander. Grenzen stellen, je uitspreken, ergens voor gaan staan. Het klinkt allemaal mooi en misschien zelfs vanzelfsprekend, maar het voelt zelden comfortabel. Soms betekent het dat je iemand teleurstelt. Of dat een vriendschap kantelt. Soms doet het simpelweg pijn. Maar de baten van eerlijk zijn wegen absoluut op tegen de kosten van zwijgen.
Je uitspreken is zelden comfortabel, maar het brengt je wel thuis bij jezelf. Je neemt de plek in die je verdient. Niet met perfecte woorden of onaantastbare standpunten, maar als iemand die durft te staan voor wat voor jou belangrijk is. Dus als je voelt dat er iets is wat gezegd moet worden over onrecht, over je werk, over een relatie, over je grenzen. Begin dan klein. Eén keer. Eén zin. Eén grens. Niet om te overtuigen, maar uit respect voor jezelf.